
Wat vroeger was, zal nooit meer zijn. Zo is het altijd al geweest. Vroeger al. Neem nu de Nederlandse straten. De afgelopen week weer het toneel van talrijke schiet-, steek- en slachtpartijen. Gewoon, op de Hollandse
dorpspleintjes, de boulevards aan het strand, de kades langs de grachten, de kronkelende
plattelandsweggetjes, de met krijt bekleurde
stoep en de
wegen door onze woonwijken. Tegenwoordig
bloedrood gekleurd. De tijd dat je onschuldig spelletjes kon doen als stoepranden, zoenentikkertje of paaltjesvoetbal is voorbij. Dat
verkeersruzies nog werden opgelost met ten hoogste een
middelvinger. De tijd dat een schietpartij nog gewoon eindigde in "je bent tien seconden dood!". Dat gebroken harten slechts gebroken
liedjes gingen schrijven. Dat je 's avonds rustig je hond uit kon laten, al
hoofdknikkend naar buurtbewoners die je verder niet kende. De tijd dat flippo's populairder werden dan knikkers. En dat zulke zaken van
wereldbelang leken. Toen je nog gewoon kon tienen op het trapveldje. Toen er in speeltuinen nog gewoon
gespeeld werd. Zoals gezegd, wat vroeger was, dat is niet meer. We worden ouder, we zien meer, er
gebeurt meer. En wat ooit onschuldige klinkers waren, naïeve stoeptegels en nietsvermoedende speeltoestellen, daar druipt nu steeds vaker bloed van af. In Memoriam: de argeloze Nederlandse straat.
Welterusten.