achtergrond

Geenstijl

@Kosovo

Safari Eurabia - Spekmohammedanen in Kosovo

Ome Tuur was nooit in Kosovo. Tot vorige maand

Toen Joegoslavië nog bestond, bezocht ik regelmatig en met veel plezier de zes republieken én de autonome provincie Vojvodina, maar om mij onbekende reden kwam ik nooit in de autonome provincie Kosovo. De SFRJ was spotgoedkoop, met overal Wein, Weib, Gesang, zon en zigeunerjammerhout, de stranden van Kroatië waren prima en in het beste geval at ik bonensoep en verkoolde gemixtes Fleisch. In de schaarse supermarkten werd hoofdzakelijk slivovitsj verkocht: eindeloze rijen flessen en verder lege schappen met af en toe een blik augurken voor de versiering. 

Op het industrieterrein van Ede werkten midden jaren zeventig veel Joego's. Ik vond het toffe, vrolijke gasten die altijd wel iets te vieren hadden. De balletje-balletje-Joego's kwamen pas later naar Nederland. Joegoslavische films vond ik geweldig, en met name Sweet Movie en Montenegro van de geweldige Servische regisseur Dušan Makavejev. En verder wat ik laatst schreef: niet voor niets is mijn favoriete filmmaker Emir Kusturica, mijn favoriete filmcomponist Goran Bregović en mijn favoriete Balkan-zangers Ceca. Een Slavische term die in mijn geheugen gegrift staat, is lumpavanja. Het komt erop neer dat je de hele kroeg of het hele restaurant sloopt en daarna de eigenaar keurig de schade vergoedt. 

Ergens eind jaren zeventig zat ik in de trein naar Istanboel en kort voor de grens tussen Oostenrijk en Slovenië kwamen twee prachtige dames met tassen vol nieuwe kleren binnen. Ze reisden terug naar Belgrado en waren bang dat de Joegoslavische douane hun boodschappen zou confisqueren. Ik heb toen een aantal van hun truitjes over elkaar heen getrokken - zo mager was ik destijds - en de rest van hun kleertjes in mijn rugzak gepropt. De douaniers stonken naar slivovitsj toen ze onze coupé binnen stommelden, het was bijna middernacht en de dames werden niet betrapt op smokkel. Als beloning mocht ik een paar dagen tussen hen in logeren in een kaal naargeestig appartement in hartje Belgrado.  

Het was één groot bacchanaal van slivovitsj, met blaadjes rauwe kool als snack. Het vrolijke duo had een pick-upje (een soort Oostblok Triotrac) en draaide de hele tijd dit singletje. De namen van de twee meisjes weet ik niet meer maar wel de titel van het broeierige plaatje: Hajde. 

Ik was dus nooit in Kosovo en de beschrijving in de ANWB-reisgids uit die tijd was dan ook niet bepaald een trigger voor een bronstige jongeman.

"Een van de laatste landstreken in Joegoslavië waar u zich nog kunt realiseren wat vroeger het woord Balkan betekende. Een streek waar de oriënt nog altijd nabij is en waar de vroegere macht van de islam zich nog immer vertoont in witte moskeeën en slanke minaretten. Maar ook een streek waar u enkele prachtige Servisch-orthodoxe kloosters kunt vinden. Bovendien vindt u in deze landstreek plezierige trajecten door nog ongerepte bergstreken en nauwe rotskloven. Dit alles vindt u in de Kosovo. Althans nog wel. U moet geen jaren meer wachten met uw reis, anders is er misschien al weer veel van het ongerepte en authentieke verloren gegaan...", 

Juist vanwege de islam en mijn project Safari Eurabia ben ik nu met Rob Muntz in Pristina, de hoofdstad van Kosovo. Van de spanningen aan de grens met Servië merken we nog weinig. Overigens wordt die grens niet erkend door EU-landen Cyprus, Griekenland, Roemenië, Slowakije en Spanje. Als je in je paspoort een stempel van Kosovo hebt, zoals wij, stuurt de Servisch douane je terug omdat de republiek Kosovo voor Belgrado niet bestaat. Inmiddels heeft Kosovo de grensovergangen gesloten

Even het geheugen afstoffen: De Kosovo-oorlog begon op 28 februari 1998 en duurde tot 11 juni 1999. De strijdkrachten van de Federale Republiek Joegoslavië, die Kosovo voor de oorlog controleerden (bezetten zo men wil), vochten met de Kosovo-Albanese rebellengroep die bekend staat als het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK). Het UÇK startte zijn eerste campagne in 1995 toen het aanvallen lanceerde op de Servische "bezetter" in Kosovo (politiebureau's, kazernes en legerposten). 

In 1997 kreeg het UÇK een enorme lading wapens uit Albanië. Daar vond na de Piramidespelcrisis een burgeroorlog plaats en werden wapens uit kazernes, politie- en legerposten van het land geroofd. De aanvallen op het Joegoslavische leger leidden tot een nog opvallender aanwezigheid van Servische paramilitairen en reguliere troepen, die vervolgens een vergeldingscampagne begonnen te voeren tegen UÇK-sympathisanten en politieke tegenstanders. 

Deze campagne kostte 1.500 tot 2.000 burgers en UÇK-strijders het leven, en veroorzaakte een vluchtelingenstroom van 370.000 Kosovo-Albanezen in maart 1999. Het conflict eindigde toen de NAVO tussenbeide kwam door in maart 1999 luchtaanvallen uit te voeren, wat ertoe leidde dat Milosevic zich terugtrok uit Kosovo.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.