achtergrond

Geenstijl

Feynman en/of Feiten – Verkeersminister Van Nieuwenhuizen blijft aanmodderen met de Stint

Kinderopvang kent vele strenge eisen in het gebouw, ondertussen gaat het mis op straat.

Minister Cora van Nieuwenhuizen deelde deze week een lijstje waaraan de nieuwe Stint moet voldoen om weer toegelaten te worden op de openbare weg. De verbeterpunten die het persbericht haalden, zijn zorgvuldig gekozen om haar straatje schoon te vegen. De technische punten van het ILT direct na de ramp of het latere TNO-onderzoek worden zorgvuldig ontweken.

De oude Stint kon op hol slaan door een simpele kabelbreuk. Bij gebrek aan connectie met het stuurtje, denkt het voertuig dat de bestuurder voluit wil. Jeroen Pauw en de fabrikant van de Stint zijn hier buitengewoon duidelijk over, inclusief bewijsvideo. (zie deze uitzending vanaf minuut 10). Over de feiten is eigenlijk geen discussie.

De fabrikant gaf in de uitzending aan dat zo'n kabelbreuk nog nooit was voorgekomen en hij zich niet kan voorstellen hoe een kabel in een afgesloten behuizing kan breken. Kennelijk begrijpt de beste man niet hoe een voertuig over het trottoir stuitert en wat daarvan het effect is op printplaten, soldeerpunten en kabels. 

Het elektrische systeem herkent een kabelbreuk niet, en geeft vol vermogen. De computer van de Stint is dan fout op fout aan het stapelen, zo hoort elektra nooit ontworpen te zijn. De gashendel elektrisch andersom ontwerpen is even duur, en dan wordt een kabelbreuk gekoppeld aan geen vermogen. Dan wordt een kabelbreuk een gratis extra noodstop.

Een goed technisch ontwerp bepaalt niet alleen het gedrag van een apparaat wanneer alle componenten correct functioneren, maar levert ook acceptabel gedrag op als een of meerdere onderdelen defect zijn. Aan die ontwerpfilosofie voldoet de Stint al niet, en dat geeft mij ernstige zorgen. De faalgedrag analyse ontbreekt en daardoor is basale veiligheid onmogelijk.

De originele Stint had ook een noodknop op het stuurtje. Het is vreemd dat de minister terugkeer van die voorziening niet eist. Wel verwacht de fabrikant dat een bestuurder in paniek het stuur loslaat, of de hendel naar de nulstand draait. Die handelingen zijn onnatuurlijk en contra-intuïtief, het ontwerp faalt daarmee op het meest cruciale interactie met de gebruiker.

De minister wil dat de Stint een extra rem krijgt. De Stint had al een tweede rem, dus wil de minister een derde? Ten eerste is nodig dat als de remhendel wordt bediend, de aandrijving automatisch uitvalt of (nog beter) ook elektrisch remt. Bestuurders verwachten dat. Een auto met cruise control heeft hetzelfde systeem, rempedaal aantikken is gas los en remmen op motor & remschijven. 

Ten tweede zou de extra mechanische rem krachtig genoeg moeten zijn om zelfstandig het voertuig in korte afstand stil te zetten. Liefst ook met twee onafhankelijke hendels. Eentje links, eentje rechts. Zodat een defecte hendel niet uit hoeft te maken. Zelfde met de aandrijving, gashendel rechts, dodemanshendel links. Alleen als beide vastgehouden worden, wordt het voertuig aangedreven.

Dit zijn simpele technische punten. Waarom hebben de fabrikant, haar klanten en de toezichthouder niet in een veel eerder stadium ingegrepen? Dit is een belangrijke vraag voor het juristencollege, de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. (OVV) Zeker de grotere kinderopvangorganisaties en hun verzekeraars hadden eigen technische inschattingen moeten maken.

De fabrikant en haar klanten hebben naïef en onterecht de typegoedkeuring gezien als een certificaat van veiligheid. Die goedkeuring betekent alleen dat de Stint aan alle regels voor een bijzondere bromfiets voldoet, vooral vanwege het ontbreken van een berg aan regels. Het is daarom stuitend dat de minister niet alsnog deze maas in de wet aanpakt.

De minister stelt wel voor de Stint jaarlijks te keuren, maar deze technische punten zaten er vanaf de bouw in. Een kabelbreuk is niet te voorspellen, ook niet bij regelmatige inspectie. Zonder nieuwe regels kan het speeltje dagelijks gekeurd worden, en wordt zelfs het oude model standaard goedgekeurd. Deze route is voorlopig zinloos. 

De minister wenst acht in plaats van tien kinderen in de elektrische bolderkar. Dat geeft geen fundamentele verhoging van de veiligheid. Gelukkig eist de minister wel een rijbewijs, waardoor bestuurders met meer verkeersinzicht hopelijk meer fouten van zichzelf en andere weggebruikers voorkomen, herkennen en kunnen oplossen. 

Het is vreemd waarom de minister niet aanstuurt op opvang in of nabij de scholen waar de kinderen zitten. Dan kan er een streep door het gesleep. Meer tijd voor rust en leuke dingen, minder risico in het verkeer. Kinderopvang kent vele strenge eisen in het gebouw, ondertussen gaat het mis op straat.

Een verbod voor een kinderdagverblijf om een gelijkvloerse spoorwegovergang te passeren, zorgt ervoor dat aan beide kanten van het spoor opvang nodig is. Een goedkope maatregel, meestal zitten er aan beide kanten al scholen en kinderopvang. Of die kinderen nu lopen, in een bijzondere bromfiets of een personenbusje zitten, het helpt allemaal niet tegen een trein.

De minister wacht op het rapport van de OVV voordat ze nieuwe technische eisen stelt. Daarmee denkt haar ministerie niet zelfstandig na over de technische veiligheid en negeert ze rapporten van TNO, ILT en de private sector. Dat is gevaarlijk. Mocht de OVV een incompleet advies afgeven, dan wordt de nieuwe regelgeving dat ook. Zo ontstaat nooit een meerlaags veiligheidssysteem.

Een echt veilig ontwerp ontstaat pas als alle meningen en risico's worden gecombineerd en aangepakt. Het ministerie zou coördinerend moeten optreden. Een toezichthouder heeft een unieke positie om bij alle fabrikanten in de keuken te kijken, en belangrijke veiligheidsinformatie te delen, zonder gehinderd te worden door zakelijke belangen of bedrijfsgeheimen. 

Dat begint met een openbare en uitgebreide technische visie.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.