achtergrond

Geenstijl

Empathie in het donordebat is als het dode jongetje op het strand: een vals argument

Actieve donorregistratie op basis van een opt-out systeem dat van iedereen een 'ja, tenzij' donor maakt, raakt aan diepe en goed verankerde fundamenten van onze liberale grondwet. Maar het debat wordt verziekt door anekdotes en empathie.

De Staat mag haar burgers niet als lijfeigenen beschouwen en dat doet de ADR van Dijkstra wél, omdat er van burgers een actieve handeling verlangd wordt om niet automatisch orgaandonor te zijn, in plaats van een handeling om het wel te worden. Daarmee is de fysieke integriteit van de burger geen staatsvrij gebied meer en dat druist in tegen de liberale principes waar onze rechtsstaat op gebouwd is: de burger is vrij, de Staat niet zijn bezitter.

In de praktijk wordt door D'66 te weinig rekenschap afgelegd voor de effecten van actieve donorregistratie op een grote groep onverschillige, laaggeletterde en/of teruggetrokken levende burgers. Dat nog los van de misschien nog wel grotere groep van mensen die überhaupt niet eens na wil denken over orgaandonatie, of er simpelweg in de strijd tussen hart en hoofd, tussen geweten en principes, niet goed uit komt en daarom een besluit uitstelt. Al die mensen worden wat D'66 betreft gedwongen om toch een keuze te maken. Sommigen voorstanders noemen dat juist een vorm van zelfbeschikking. Los van de vraag of je mensen mag dwingen om over iets na te denken, is een gedwongen keuze over zelfbeschikking überhaupt in vrijheid te maken?

De hartkleppen van Henry the Hoover
Het informeren van alle burgers dat ze 'ja, tenzij'-donor zijn geworden als de wet wordt aangenomen, is eveneens een onmogelijke opgave. Als het de overheid in de wervingscampagnes voor pro-actieve donorregistratie al niet lukt om voldoende mensen te bereiken, hoe lukt dat dan andersom wel? Zeker met de kennis in het achterhoofd dat - volgens Dijktra - nu ook al 60% van de burgers bereid schijnen te zijn om donor te worden, maar hun aantal niet terugkomt in de registratie. Hoe kun je dan garanderen dat de 40% burgers die kennelijk geen donor willen zijn, zich allemaal zullen verwittigen van het feit dat ze zélf actie moeten ondernemen om hun donorregistratie op "Nee" te zetten, en dat de overheid tot die tijd voor hen bepaald heeft dat het een "Ja" is? Precies, dat kun je niet garanderen - en Dijkstra schoot daarin ernstig arrogant van het padje door te verklaren dat je 'alleen op stofzuigers 100% garantie krijgt'.

Hallo mevrouw Dijkstra, het gaat hier over de fysieke én geestelijke integriteit van de levens van mensen met staatsrechtelijke zelfbeschikking. Niet over Henry the fucking Hoover. Maar het Kamerlid erkent dus op voorhand al dat het de Staat nooit zal lukken om iedereen te bereiken - en dat is dan dikke vette jammer voor mensen die ineens buiten hun eigen medeweten als donor zijn geoormerkt door de overheid. Hadden ze maar een stofzuiger moeten kopen, of zo. En wie zwijgt, stemt toe volgens Pia Dijkstra - ook al zo'n uitspraak die van abjecte arrogantie getuigt, als ook van een onbegrip van de grondwettelijke principes waar zij met haar ADR de bijl aan zet.

NPO als herder van de morele kudde
Hoewel de Senaat zich star opstelt, heeft Dijkstra wel de media mee. In de publieke opinie is het allang een uitgemaakte zaak: donor worden is de nieuwe burgerplicht. De NPO wakkert die morele groepsdruk graag even aan in nieuws- en actualiteitenprogramma's. Bij DWDD kwam daags voor het Senaatsdebat het tranentrekkende pleidooi van de onvermijdelijke anekdotische patiënt aan bod, inclusief onvermijdelijke Patrick 'Donorshow' Lodiers. Bij 2DOC (ook BNNVARA) werd - misschien nog wel vileiner - gesuggereerd dat de actieve staatswerving van meer donoren in Nederland de orgaanhandel in India zou kunnen stuiten. Tweemaal een gotspe.

Ook op social media hebben voorstanders van Dijkstra's donorwet het stiltecoupésticker-effect ontdekt. Ineens meent iedereen iets te zeggen te hebben over jouw organen en jouw afwegingen. Wat een bijzondere gift was, de schenking van een orgaan, is plots een soort gegeven paard geworden. Grondwettelijke principes, de onmogelijkheid van het bereiken van 100% van de volwassen burgerbevolking, serieuze ethische, liberale en rechtstatelijke vragen over het staatsvrije zelfbeschikkingsrecht van de vrije burger stuiten op onbegrip bij veel mensen, maar niemand is te lui voor een makkelijk moreel standpunt dat met de bemoedigende ruggesteun van de groepsdruk geprojecteerd wordt op critici: 'Tegen actief donorschap? Kille egoïst!' Niet zelden worden zulke verwensingen van mensen die wél willen dat van alle burgers pro-actief een broedmachine voor organen wordt gemaakt, gevolgd door de behoorlijk koddige contradictie "Dan ook níet ontvangen!" Machtswellust zit in in iedereen, kan plots van diep komen, en uit zich bijna altijd als frustratie.

De valse troefkaart van de empathie
Het hele onderwerp wordt - geheel in de geest van de tijd - zo verdomd empathisch opgedrongen. Het gaat, aan de hand van anekdotes, louter over warme gevoelszaken als lijden, liefde en leven en daarbij staan koude marmeren principes alleen maar in de weg. In de publieke opinie is de nieuwe donorwet inmiddels het aangespoelde jongetje Aylan op het strand geworden. In zijn geval was het mantra 'Als je tegen massamigratie bent, ben je dus vóór dode kinderen die gered hadden kunnen worden. Onmens!' En zo werkt het nu met de donorwet ook: 'Als je tegen actieve registratie bent, ben je dus vóór meer dode mensen die gered hadden kunnen worden. Onmens!'

Dat is helemaal niet de kwestie. Natuurlijk is 'hoe meer donoren, hoe beter' het beste streven. En het tekort is triest. Maar waar nog niet alle opties tot donorwerving zijn uitgeput (laat staan goed zijn beproefd - waarom krijgen burgers niet standaard een donorformuliertje onder ogen als ze paspoort of rijbewijs verlengen?), is de actieve registratiewens van Dijkstra een bijna wanhopige laatste noodgreep die uiteindelijk meer kost dan ze oplevert. Maar ja: de kosten zijn gemaakt van koud marmer dat is ingebed in de zompige bodem van een muffige grondwet, en de opbrengsten bestaan uit hartverwarmende (en uiterst mediagenieke) anekdotes van onverwachte overlevers. Instant gratification versus mogelijke schade op lange termijn: als we als mens geleerd hadden ons daartegen te verzetten, zou niemand nog roken of drinken.

150 doden wegen minder zwaar dan de vrijheid van alle burgers
Toch is het donorvraagstuk geen kortetermijnkick, maar primair een fundamentele kwestie van grondrechten, bestuursethiek, verhoudingen tussen burger en staat, en diepgewortelde liberale fundamenten over vrijheid, zelfbeschikking en lichamelijke integriteit. Ingewikkeld, stoffig en ja, ook een beetje kil. Zoals dat hoort met dergelijke kwesties, waarin de emoties van de anekdote een ondergeschikte rol moeten spelen aan het ongrijpbare principe van de vrijheid, om zodoende tot de meest zuivere afwegingen te komen.

De inherente contradictie waarmee dit pleidooi vervolgens enkel kan worden besloten, is middels een smeekbede die helaas ook bijna louter als emotie kan worden uitgelegd: 

Laat de groepsdruk van de empathie alsjeblieft nooit leidend zijn bij een besluit dat op emotieloze gronden moet worden genomen. Het gaat niet om het redden van 150 mensenlevens per jaar, maar om het grondrecht van alle burgers om met rust gelaten te worden door de Staat. Het recht van alle vrije burgers in Nederland om niet te hoeven kiezen, weegt écht zwaarder dan 150 doden door een tekort aan donororganen.

Dan maar een onmens.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.