achtergrond

Geenstijl

KopvodKloosried. AD geeft column aan kassameisje

ohmylordnietweerzoeentje.jpg Nieuwe columniste in het Halalgemeen Dagblaat: een kassameisje met een kopvod. Dat komt omdat Hans Nijenhuis (de man die NRC Next tot kleinste krantje van Nederland maakte) er nu de baas is. En Hans Nijenhuis is een Deugmens. Daarom mag ene Hanina Ajarai voortaan elke dinsdag een moslimmeisjescolumn inleveren bij de krant. Niet omdat ze wat kan. Of omdat ze ergens bekend van is. Maar omdat deugmensen token moslims nodig hebben om een goed gevoel over zichzelf te krijgen. Afspiegeling, quota, maatschappij-dat-ben-Jijenhuis, dat soort dingen. Vandaag het eerste stukkie van Hanina. En, je verwacht het niet, die gaat over heur heufddoek. Tijd voor een vrolijke kopvodkloosried van een karige column! Want columns zijn tenslotte voor polemiek, nietwaar? HOOFDDOEK Hanina Rein: Omdat dit mijn eerste column is wil ik mijzelf even voorstellen. De foto is vast het eerste dat uw aandacht trok. Dat ben ik dus. Mocht daar nog twijfel over bestaan: ja, ik ben moslim. GS: Ja. Dat zien we. Je draagt hét accessoire voor dames waaraan we dat herkennen. Je stelt je dus voor als ‘moslim’, niet als H. Ajarai. Als onderdeel van een geloofsgroep, niet als individu. Hanina Rein: Ik zal ook even uitleggen waarom ik mijn haar zo heb bedekt. Ik ben er lang geleden mee begonnen omdat het zo'n beetje hoorde in de Marokkaanse gemeenschap in Nederland waarin ik ben opgegroeid. GS: Ja, die zijn in de regel ook allemaal moslim en die houden - ook in Nederland - graag vast aan die ietwat bekrompen identiteit. Hanina Rein: Het was niet mijn idee: mijn ouders vonden het belangrijk en ik was in die tijd een gehoorzame puber. Ze vertelden er niet bij waarom dat nou moest en ik was zo ingebed in deze cultuur dat ik er geen vraagtekens bij zette. Dus hoppa, op een dag zette ik 'm op en toog ermee naar school. GS: Old habits die hard, ook danwel zeker in sterk religieuze culturen. Hanina Rein: Niemand deed er moeilijk over. Ik ging er zelf ook nogal nonchalant mee om. Soms vergat ik 'm op te doen. Op vakantie naar Marokko deed ik 'm helemaal af. En toen de school na een jaar met een verbod op de hoofddoek kwam, was er geen discussie. Ik deed 'm bij de schoolpoorten gewoon af. GS: Quod erat demonstrandum. Het is een gewoonte waar weinig over nagedacht wordt, omdat het om een diep ingesleten cultureel gebruik gaat dat het midden houdt tussen folklore en de wens vast te houden aan traditionele waarden in een onzekere wereld waarin die waarden constant bevraagd worden. Hanina Rein: Tijdens mijn studie Arabische taal en letterkunde aan de universiteit leerde ik mijn godsdienst wat beter kennen. Het bleek dat mijn ouders maar wat aanrommelden wat mijn religieuze opvoeding betrof. Ze hadden waarschijnlijk genoeg andere dingen aan hun hoofd. Ik pakte voor het eerst de Koran erbij, las de verzen waaruit islamitische geleerden de hoofddoekvoorschriften hebben gedestilleerd, maakte kennis met de eeuwenoude discussie over de interpretatie van die verzen, inclusief moderne en feministische opvattingen daarover en besprak alle aspecten met medestudenten. GS: ‘Moderne en feministische opvattingen’ over de hoofddoek. Die komen vaak neer op een individualistische interpretatie van een collectief fenomeen: ‘Ik draag een hoofddoek omdat ik mijn eigenheid wil uitdragen’, of: ‘Ik draag een hoofddoek om te tonen dat ik over mijn eigen zedenmoraal ga’. Dat is natuurlijk nobel. Het kopvod als kuisheidsgordel, maar dan zichtbaar gedragen. Prima. Het probleem is alleen dat bijna *niemand* die ‘moderne en feministische’ interpretatie aan de hoofddoek toekent. Je faalt derhalve nogal in je individualisme als je eigenzinnigheid uit probeert te drukken door ostentatief met een symbool rond te gaan lopen dat heel veel, zo niet de meeste, westerlingen associëren met vrouwenonderdrukking en religieuze bekrompenheid. Dat proeft toch een beetje als een jood die zegt ‘ik ben een uniek en vrij individu en ik beslis over mijn eigen zeden & zonden’, om vervolgens een gele ster op z’n jas te naaien om uitdrukking te geven aan die levenshouding.
Hanina Rein: Ik nam een nieuw besluit, ditmaal helemaal alleen van mij: ik zal de hoofddoek blijven dragen als uiting van mijn geloof. Een andere medestudente, even gelovig als ik, onderging een soortgelijke zoektocht en kwam tot een tegenovergesteld besluit: ze deed 'm af. Ik vertel dit omdat er weleens misverstanden ontstaan als je dingen niet hardop uitspreekt. GS: De een trekt zo’n zak om d’r kop omdat het moet van d’r man, de ander doet het zichzelf graag aan. Dat zijn geen misverstanden, dat zijn bestaande verhoudingen. Dat laatste is overigens prima hoor. Vrij land en zo. Hanina Rein: Ik hoor soms dat ongesluierde vrouwen (hetzij moslim of niet-moslim) denken dat ik met mijn hoofddoek een impliciet oordeel over hen uitdraag. GS: Och, die hebben in veel gevallen ook een oordeel over jou, denken we. Dat is namelijk wat zo’n opzichtig religieus accessoire toch een beetje doet: oordelen uitlokken. Zowel goeie als slechte. Hanina Rein: Dat ik hen niet zedig genoeg gekleed vind, dat ze niet hetzelfde respect verdienen als ik, dat ze (in het geval van een moslima) minder religieus zijn dan ik. GS: Respect verdien je niet op basis van een kledingstuk. Je bent niet ineens meer of minder te respecteren als je meer of minder kleding draagt. Zo hebben wij bijvoorbeeld plenty respect voor de ondernemersdrift, de mentaliteit en de persoonlijke en zakelijke successen van Kim Holland, die, zoals u weet, niet zelden volstrekt ongekleed op het netvlies verschijnt. Hanina Rein: Dat is dus absoluut niet zo (sterker nog, ik vind de vriendin die 'm afdeed een veel vromer moslim dan ik). GS: Wij kennen die vriendin niet, ze wordt verder ook niet voorgesteld of toegelicht, dus wij kunnen als lezer helemaal niets met deze opmerking. Die dient daarmee slechts de suggestie dat 1 hoofddoek je nog geen vrome moslima maakt. Dat is een beetje inherent aan een religie die waarde ontleent aan uiterlijkheden (hoofddoek, hijab, nikaab, boerka, djellaba, baardje, mutsje): zolang je toont dat je een moslim bent, vermijd je vragen over de vroomheid van je belijdenis. Hoe meer accessoires, hoe geloofwaardiger de act? En ja, dat kan soms best een beetje arrogant overkomen. Hoewel de meeste vrouwtjes die met een hoofddoek op door het straatbeeld schuiven er in de regel niet al te benijdenswaardig uitzien. Hanina Rein: Het enige wat ik ermee wil zeggen, is: hoi ik ben moslim, dat je het weet. GS: Ja, dat zagen we al aan de foto. Moest daar nou een hele column over geschreven worden? Beetje zonde van het papier. We lezen al jarenlang columns van moslims die moslim zijn, al dan niet om het moslim zijn - of althans zo komen ze in de media vaak over, omdat ze door regisseurs, hoofdredacteuren en katernbeheerders worden uitgenodigd om columns te schrijven over of omdat ze moslim zijn. Maar nooit dringt het eens door bij die opdrachtgevers: nobody gives a fuck. Vrij land. Mensen mogen belijden wat ze willen. Waarom moeten we steeds in alle (seculiere, niet-islamitische) media horen, zien en lezen dat islam zus en islam zo. Het is een kutgeloof, zoals eigenlijk alle geloven kutgeloven zijn, en niemand die niet in zo’n kutgeloof gelooft, boeit het ene fuck wat jij wel of niet op je kop zet uit naam van welk boek of idee. Maar omdat het zo onvermijdbaar opgedrongen wordt overal, krijg je d’r overal het idee bij geserveerd dat het iets goeds zou zijn, om te lijden aan zo’n set religieuze waanideeën waarbij je vodjes op je kop moet zetten om erbij te horen. Het mag hoor. Ga je gang. Nogmaals. Vrij land. Maar denk niet voor een seconde dat het interessant is voor welke lezer dan ook wat jij op je kop draagt en hoe en wat en wanneer en waarom je dat wil doen. Er zijn serverparken met terrabytes aan Tumblr en YouTube-geheugen gereserveerd voor dit soort uiteenzettingen: modeblogs & meisjesvlogs. Ga daar maar heen met je relimodestatement. Doeiii. Hanina Rein: Nu dit dan uit de weg is, wil ik graag zeggen dat ik hoop dat dit onderwerp in de toekomst niet weer ter sprake hoeft te komen. GS: Dat lukt je niet, wedden? Je bent een token moslima die Arabische Taal en Cultuur gestudeerd heeft, die is ingehuurd om token moslimdingen te tikken in een krant die zojuist is overgenomen door een Deugmens uit de stal van misschien wel de slechtste hoofdredacteur van Nederland, Peter Vandermeersch. Gevolg is het Eerste Gebod van het Goed Volk: Gij zult oppervlakkige clichécolumns tikken. Hanina Rein: Het is wellicht de meest zichtbare uiting van de islam in Nederland, maar voor mij ook het meest futiele en onbelangrijke aspect. Het moet het voor iedereen een vrije, eigen en liefst ook doordachte keuze zijn. GS: Nee! Njet! NEIN! Leugens! Je kan het niet 'futiel en onbelangrijk' noemen. Je zet zo'n doek op je kop for the whole world to see: 'Ik ben moslim'. Dat is nogal een statement dat je maakt, nog voor je ook maar één woord met iemand gewisseld hebt of je zelfs maar bij naam hebt voorgesteld aan mensen die je voor het eerst ontmoet. Je draagt een accessoire bij een idee, maar je wil het verder niet over dat idee hebben omdat het 'futiel en onbelangrijk' is. Ja daag. Zo wil je wel de lusten van het (westerse) individualisme ('lekker zo'n hoofddoek dragen omdat dat óók mag in een vrije samenleving'), maar niet de lasten van de bijbehorende verantwoordelijkheid: Hanina wil zich als individu bij een collectief scharen (de islam), maar niet de verantwoordelijkheid voor (de ideeën van) dat collectief nemen, door haar keuze te downplayen als 'futiel en onbelangrijk'. JE SCHRIJFT ER ZELF EEN COLUMN OVER, MUTS DOEK! Wel handig: je hoeft als lezer geen woord van de column te lezen om toch alles te weten wat er in staat, want er staat een ontzettend zelfbewuste kijk-mij-en-mijn-kledij full size pica bij. Hanina Rein: Waar je anderen verder niet mee moet lastigvallen. GS: DOE DAT DAN OOK NIET!!11!!!1 Eerder tikte zij al lustig over de 'plicht tot jihad' op Gülensite Zaman Vandaag, waar de 'ideale moslims' zitten en waar ze bovendien malicieuze dreigstukjes schreef over (islam-) kritische columnisten. En ja-ren-lang predikte Hanina in NRC het geloof dat zij belijdt, op een soort idealistische Islam ies Vrede-manier die prima in NSB Handelsblad past, maar in weinig lijkt op of overeenkomt met de religieuze realiteit van schotelwijken & zandbaklanden. Boekjeswijsheid over een boekje, is wat zij debiteert en indient bij kirrende deugredacties, die een vinkje zetten achter 'diversiteitsbeleid' en het gereutel goedgemutst afdrukken. Waarna het in het geval van Hanina Rein jarenlang volstrekt onopgemerkt is gebleven, dat dan weer wel. En waarom? Omdat de meeste moslims geen (Nederlandse) kranten lezen, de meeste Nederlanders geen fuck geven om je fopgeloof, en bijna niemand nog vertrouwt op het 'goede' van een achterwaartse religie die wereldwijd dood, verderf & holle kreten om respect zaait. Nou Hanina. Succes met je volgende column. Het onderwerp zal ons (niet) benieuwen. stukkiewijzijdenkenomhetaftemakn.pngEn nog een stukkie wij/zij-denken om het mediamoslimcliché mee af te maken... UPDATE: Wij hebben een miljoenmiljard woorden nodig, scherpe superturk Alpie vier tweets..

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.