achtergrond

Geenstijl

Hans Jansen - Keuze

hj.pngBeroepsvoetballer is een zwaar beroep, maar Nederlandse beroepspolitici hebben het zwaarder. Beiden moeten goed aan hun eigen belang denken, zo van ‘waar wil ik over vijf jaar zijn’, maar daar zit de zwaarte niet, dat moet iedereen die op een carrière uit is. Het probleem is dat politici, anders dan voetballers, niet meer weten wat de regels van het spel zijn, of zelfs voor welk team ze spelen. Spelen ze voor Nederland, voor hun kiesvereniging, ook wel ‘politieke partij’ genoemd, voor de Europese Unie, meestal ‘Europa’ genoemd, of toch alleen maar voor zichzelf? Traditioneel werd dat probleem opgelost doordat er binnen een maatschappij algemeen overeengekomen gedragsregels golden: we gaan niet liegen, we steken onze vingers niet in de kas, en we dienen het algemene belang. Maar wie legt zulke regels op? Wie dwingt ze af? Hier komt het nut van godsdienst voorzichtig om de hoek kijken. In de vele millennia die de evolutie van de mens geduurd heeft, is het steeds de vraag geweest hoe je de leden van een maatschappij zo ver kon krijgen dat ze het belang van hun groep boven dat van zichzelf zouden stellen.
Hoe kon je in lang vervlogen millennia een individu er toe brengen het belang van de groep voorop te stellen? Hoe ontstond er een emotionele band binnen een groep die de bereidheid schiep zichzelf voor de groep op te offeren, of in ieder geval het directe eigenbelang niet te laten prevaleren boven de belangen van de groep? Het is waarschijnlijk dat godsdienst in staat is geweest de emotionele banden te kweken die daarvoor nodig zijn. Moderne beterweters denken dat godsdienst de omgang met een imaginair vriendje is, misschien is dat tegenwoordig ook wel soms het geval, maar godsdienst was tot niet zo lang geleden de moeder van alle cultuur, iets waarin muziek, dans, literatuur, omgangsvormen, beeldende kunst, allerlei rituelen, kortom: gemeenschapsversterkende activiteiten, een centrale rol hebben gespeeld. Pas als de Reformatie met veel bombarie gaat verkondigen dat alleen het geloof telt en verder niks, krimpt de godsdienst ineen, als een te heet gewassen wollen trui, tot alleen de dialoog met het imaginaire vriendje overblijft. Geloof, het kan niet vaak genoeg gezegd worden want niemand gelooft het, is slechts een van de onderdelen van een godsdienst, en betreft steevast oncontroleerbare zaken. Godsdienst is, kijk naar de islam, allereerst een georganiseerde vorm van het aanmoedigen van allerlei vormen van solidariteit. Godsdiensten leren dat de voorouders, dan wel het imaginaire vriendje dat in de hemelen is, weten wat je denkt, weten wat je doet, en je ter verantwoording zullen roepen als je je misdraagt. Een godsdienst die functioneert, brengt mensen er toe rekening te houden met de belangen van hun groep, en die belangen soms zelfs te laten voorgaan boven het eigen belang. Dat is goed voor de groep. Er hebben dan ook geen menselijke groepen die geen godsdienst hadden de evolutie van de afgelopen millennia overleefd. Tegenwoordig mogen we al blij zijn wanneer een oudtante van Mark Rutte, die onze geliefde premier aantreft op een familiebijeenkomst, bijvoorbeeld een begrafenis, haar achterneefje streng zou vragen hoe het met zijn verbroken beloftes zit. 'Mark, jongeman, waarde achterneef, zoiets doet ons soort mensen toch niet?' – zulke vragen worden zelfs in de familiekring zelden meer gesteld, en dat maakt het leven van politici bepaald eenvoudiger. Ze kunnen nu rustig kiezen wat het meest in hun persoonlijke belang is en de meeste winst oplevert: de eurotyrannocraten opvrijen of tegen de kiesvereniging slijmen. Geen vader in de hemel, en geen oudtante op een begrafenis, die hen ooit ter verantwoording zal roepen. Dit terwijl het leven voor regeerders en bestuurders tegenwoordig makkelijker is dan ooit. De kans dat voor de eigen groep te kiezen tot de dood op het slagveld zal leiden, is nihil geworden. Het enige dilemma dat er nu nog ligt, luidt: 'denk ik alleen aan mijn eigen carrière en salaris, en lieg ik me het hoofd van de romp om maar een toppositie bij de EU te krijgen, of behartig ik de belangen van het land dat mij op mijn huidige plaats als politicus gebracht heeft?' In een maatschappij zonder moraal, en zonder instantie die de moraal zo nodig afdwingt, al was het alleen maar door de neus op te trekken voor wie de regels schendt, daar zal de keuze op het eigen individuele voordeel uitkomen, want er is geen goede rationele boekhoudkundige rechtvaardiging om iets anders te doen. Dit is geen bewijs dat er godsdiensten zijn die 'waar' zijn, of dat enige vorm van moraal de juiste is. Maar het verklaart wel het verschil tussen de onkreukbaarheid van moraalridder Willem Drees Sr., en de kledderigheid van Mark Rutte.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.