achtergrond

Geenstijl

Het onverholen antisemitisme van Thierry Baudet - Een tijdlijn van getuigenissen

Niet omdat het kan. Maar omdat het moet.

De crisis bij het Forum voor Democratie gaat niet over whatsappgesprekken. Het gaat niet over ruzies over de politieke koers. Het gaat zelfs niet over de heetgebakerde, absurde citaten van de partijleider tijdens de crisissituatie van afgelopen week. De open zenuw van het Forum voor Democratie is iets anders.

GeenStijl sprak met bronnen, getuigen en klokkenluiders over de trage verkruimeling van de Forumzuil, die bijna twee jaar geleden is ingezet. Die leunt niet op één anekdote, één incident of één verhitte vergadering, maar bestaat uit een totaalplaatje van een angstcultuur waarin antisemitisme welig tiert, nazi’s worden verheerlijkt, rassenongelijkheid wordt uitgelegd vanuit een blanke superioriteit en waarin deze ideeën niet worden geremd en gecorrigeerd, maar klokkenluiders wel worden ontslagen. Veel getuigen, slachtoffers en medestanders durven er niet over te spreken. Dat is het verhaal.

Alles draait om Thierry Baudet, een enerzijds heimelijke maar tegelijkertijd (zoals in dit verhaal zal blijken) zeer openlijke antisemiet die zich professioneel en politiek heeft omringd met etno-nationalistische, Derde Rijk verheerlijkende jongeren die in raszuiverheid en antizionistische complotten geloven. Thierry is hun geestelijk leider in de politiek, die zijn critici is gaan zien als verraders die zijn grootsheid ontkennen of zijn onvermijdelijke opmars in de weg staan. In zijn directe omgeving greep niemand in bij deze ontwikkeling of beten mensen zich er op stuk, maar aan de naaste buitenrand van het FvD is er wel degelijk herhaaldelijk aan de bel getrokken.

Getuigen treden noodgedwongen naar voren
In mei 2020 trok een groepje mensen uit het Umfeld van Forum voor Democratie aan de bel bij Paul Cliteur met het verzoek aan hem om Thierry Baudet aan te spreken op uitspraken die Baudet tegen enkelen van hen in de privésfeer gedaan heeft.

Onder hen zijn Arabiste Machteld Allan, politicologe Machteld Zee en enkele mensen die anoniem wensen te blijven, maar waar GeenStijl wel mee gesproken heeft en bewijsstukken van heeft ingezien. Ook de Britse publicist Douglas Murray en classicus Bas van Bommel, een oude studievriend van Baudet, behoren tot die groep. Oud-collega David Suurland sprak eveneens met GeenStijl.

Hun gebundelde ervaringen met uitspraken van Baudet zijn meermaals en door verschillende mensen met zijn promotor, vertrouweling en tot voor deze week FvD-senator Paul Cliteur gedeeld, in de hoop dat hij zou handelen om Baudet in het gareel te houden, dat het grotere belang van de partij beschermd kon worden, of simpelweg om antisemitisme de pas naar de Tweede Kamer af te snijden. Cliteur handelde niet en daarom doen al deze mensen nu hun verhaal aan GeenStijl.

Omdat het hypocriet zou zijn om afstandelijkheid te veinzen over een persoon en een partij waar ondergetekende goed bekend mee is, zullen niet alleen deze bronnen aan het woord komen, maar ook eigen feiten en ervaringen van ondergetekende aan bod worden. Dit verhaal is een collage waarvan het fotorolletje ruim anderhalf jaar in ontwikkeling is geweest, totdat de contouren van een crisis voor allen onmiskenbaar zichtbaar werden.

Trial by media
Dat het bijeen brengen en openbaren van alle informatie anderhalf jaar duurde, betekent niet dat Thierry Baudet bepaalde opvattingen niet al langer koesterde. Een belangrijk probleem is echter geweest dat zijn critici en veel media te snel en te stevig beweringen gingen doen over het vermeende gedachtengoed van Baudet, op basis van onsamenhangende anekdotes en losse uitspraken maar zonder echte harde bewijzen of bronnenkennis van binnenuit. 

Dat heeft er mede toe geleid dat Baudet enerzijds nooit de juiste kritische vragen kreeg voorgelegd (de vooringenomenheid dicteerde immers al dat hij niet deugde), terwijl hij bij zijn achterban daardoor meer voordeel van de twijfel kreeg dan hij achteraf verdiende: het establishment, de bestuurlijke elite, het partijkartel en de mainstream media hebben namelijk altijd veel te snel de neiging om elke uitdager van hun macht, posities of lege keizerlijke kledingkast voor racist of fascist te verslijten. Dat mogen ze zich aantrekken, maar ik maak me geen illusies. Ik heb als ‘architect’ achter het Oekraïne-referendum van dichtbij gezien hoe de worst gemaakt wordt - en de smaak staat me ook nog helder voor de geest.

Terug naar Thierry Baudet. Want met zijn gedrag, zijn uitingen en zijn vooroordeel bevestigende retoriek heeft hij uiteindelijk wel degelijk ‘fatsoenlijk rechts’, het conservatisme en het rechts-liberalisme door het bruine slijk getrokken en misschien wel decennia terug in de tijd gesleurd.

Al tijdens zijn promotie in Leiden, in de slotjaren van het vorige decennium, rezen twijfels over zijn persoonlijke overtuigingen. Medestudenten en collega’s herinneren zich incidenten waarbij Baudet mensen op de kast joeg met uitspraken over hoe de Joden Europa hebben overgenomen en het voortbestaan van een blank continent in gevaar brachten. David Suurland was destijds als promovendus enkele jaren collega van Baudet. Hij schetst hoe een uitspraak zoals deze paste in een patroon waarbij Baudet er behagen in leek te scheppen om met rabiate uitspraken en vaak zinloze provocaties collega’s op stang te jagen. Dit gebeurde met zo'n regelmaat dat collega’s zich op een gegeven moment niet meer afvroegen of het polemiek was of ernst, maar met het oog op het werk dat wel gedaan moest worden vooral moeite deden om confrontaties met Baudet te ontwijken. Ondanks dat dit gedrag meermaals bij de leidinggevenden werd aangekaart werd het weggewuifd als een onschuldige kwajongensstreek. Tot een ingrijpen is het nooit gekomen. Een patroon dat zich nu lijkt te herhalen.

Zijn promotor, de Leidse professor Paul Cliteur, zou jaren laten voorgelegd krijgen wat Baudet allemaal verkondigd heeft in de recente periode, en die informatie nalatig en onverantwoordelijk behandelen.

"Jullie zitten wel overal hè?"
Want dat antisemitisme van Baudet heeft zich ondertussen in diverse gezichten aan talloze mensen laten zien. Soms geniepig, bijvoorbeeld toen hij in een conversatie van 'jij' en 'je' naar 'jullie' overschakelde toen hij ontdekte dat zijn gesprekspartner van Joodse afkomst was. Als in: "Jullie zitten wel overal hè?" Maar het werd net zo goed veel openlijker geuit.

“We waren in gesprek op een verjaardag”, vertelt Machteld Allan. “Opeens zei hij, uit het niets, dat de Tweede Wereldoorlog een oorlog was tussen de Duitsers en de Joden. ‘En de Joden hebben gewonnen’, concludeerde hij.” Allan liep verbouwereerd weg uit het gesprek.

Baudet liep achter haar aan. Allan: “‘Wat gebeurde er nou?’, sprak hij op een toon alsof ik gek was. Hij begon zijn uitspraak toe te lichten door te zeggen dat de Joden na de oorlog door hun grip op de media en de massamigratie de Duitsers er uiteindelijk onder hebben gekregen. Ik zei hem dat die overtuiging een antisemitische trope was.”

Dat schrok Baudet niet af: “Maar het is toch gewoon zo, ze hebben toch de macht?”, zei hij.

Allan vertelt dat ze Baudet op een later moment nog eens confronteerde met zijn uitspraken op die avond. Hij weersprak zijn eigen woorden niet maar groef zich in: “Dit zijn ideeën die ik heb, dat moet je toch gewoon kunnen zeggen?” Hij vertelde Allan dat ze ‘een voorbeeld moest nemen’ aan Paul Cliteur. “Die schrikt niet van ideeën.”

Tegen een andere oud-promovendus van Cliteur aan de Leidse rechtenfaculteit, die anoniem wenst te blijven, zei hij kort na de boreale speech na de provinciale statenverkiezingen in het voorjaar van 2019, waar die zich ongerust over had verklaard: "Als ik werkelijk zeg wat ik denk, dan zou je me vermoorden."

“Als het allemaal echt gebeurd is”
Zo voorzichtig was hij niet bij iedereen. Van platte, directe citaten - “Hitler had gelijk” - tot pogingen om de ontkenning van de Holocaust als een soort politieke discussie over de gevolgen van het nationaal-socialisme te poneren: in een verhit gesprek zei oud-studiegenoot Bas van Bommel “Als je op die tour gaat, zet je de deuren open naar de Holocaust”, waarop Baudet reageerde met “Ik hoor slechts een dreigement, geen argument.” Daar voegde hij later zelfs nog aan toe: “Áls het allemaal echt gebeurd is.”

Deze citaten, uit januari van dit jaar zijn in overeenstemming met uitspraken die Baudet tijdens een eerdere ontmoeting met Van Bommel deed. In februari 2018 sprak hij over Europa als “een blanke beschaving” waarin de Joden een “parasitaire” cultuur vormen, die volgens Baudet nog steeds op de belangrijke posities hun macht en invloed uitoefenen.

Voornoemde en meer uitspraken van Baudet zijn dit jaar, rond de jaarlijkse herdenkingen in mei, door de voornoemde anonieme oud-promovendus van Paul Cliteur verzameld en in een bezorgd gesprek aan de - toen nog - FvD-senator voorgelegd. Cliteur wuifde de zorgen echter weg met de suggestie dat het gaat om "malligheid", aangewakkerd door "een paar flessen wijn".

Naar aanleiding van deze lauwe reactie mailde de promovendus aan Cliteur: "Ik schrik omdat jij niet schrikt."

Allan vertelt dat ze door Baudet gebeld is nadat het groepje hun zorgen met Cliteur had gedeeld. Hij was deemoedig en vroeg zich af waarom iedereen zich tegen hem keert, maar, zegt Allan: “Hij sprak echter niet tegen wat hij werkelijk gezegd had op die verjaardag.”

**Een dingetje met Joden
**Een bron die anoniem wenst te blijven, die Thierry met name kent uit de begintijd van FvD, vertelt: “Het is mij wel duidelijk dat Thierry altijd een dingetje met Joden heeft gehad. Maar daar leek hij in eerste instantie nogal naïef in en hij was toen ook wel vatbaar voor tegenargumenten. Maar het is met de tijd een patroon geworden waarin hij druppelsgewijs foute ideeën bij zijn gehoor probeert te pluggen om te kijken hoe ver hij kon gaan. Ik heb hem op een feestje meegemaakt over waarin opeens ontstak in een lofzang op generaal en nazi-collaborateur Philippe Pétain en over de oprichter van het antisemitische ultrarechtse L'Action Françhaise en theoreticus van het Vichy-regime Charles Maurras. 'Zo een fantastische schrijver die zo gevoelig schrijft', zei hij dan. Dan knikte iedereen vriendelijk want wie weet nu hier wie dat is."

De kennis vervolgt: “Toen ik hem afgelopen winter na lange tijd weer eens tegen het lijf liep, was ik toch verbijsterd over enkele uitlatingen van hem over de oorlog en de Holocaust. Hij is sindsdien door een aantal mensen over deze uitlatingen persoonlijk aangesproken. Er was dus genoeg ruimte voor hem voor reflectie en introspectie om de ernst van de kwestie in te zien, of een grens te trekken en er werk van te maken. Dat hij het blijkbaar niet kan laten om hiermee door te gaan en wel in overtreffende trap zoals wij de laatste dagen hebben kunnen vernemen, laat helaas zien dat hij er duidelijk voor kiest om deze weg in te slaan.”

Dat klinkt als de Baudet die wij ook kennen. Geef de man wat drank en een trigger in de vorm van tegenspraak, en hij schiet zichzelf in de voet - om het vervolgens achteraf als een esoterische exercitie uit te leggen: de vrijheid van het debat, een beetje filosofie en een beetje uitdagen, passend bij een beweging met veel jonge mensen die opereert op het snijvlak tussen een ontgroeningsritueel en een ideologische veldtocht. Maar sinds de boreale uilenspeech geldt ook: als je niet meer met Baudet bent, ben je per definitie tegen hem.

In Amsterdamse kringen gaat sinds de verkiezingszege van Forum bij de Provinciale Statenverkiezingen een verhaal over antisemitische uitspraken en racistische theorieën die Baudet gedaan zou hebben tijdens een diner met de Britse journalist en schrijver Douglas Murray.

Ook daarover heeft de oud-promovendus contact gezocht met Cliteur. Die reageerde in een e-mail als volgt: “Ik zou echt niet weten wat ik uitgelegd zou moeten krijgen. Thierry heeft misschien met Douglas een paar flessen wijn gedronken. En wat zij toen hebben besproken en wie precies wat tegen wie heeft gezegd is niet aan mij om in te treden. Ook hele gewone privacy. Wat voor mij van belang is, is het partijprogramma van Forum voor Democratie. En de boeken die Thierry heeft geschreven."

Cliteur vervolgt: "Zelfs als zij allerlei malligheid met elkaar hebben uitgewisseld dan is voor mij van belang waar Thierry nú voor staat. En ik heb hem net gesproken en hij heeft verklaard dat hij niets nazistisch denkt of voelt. Laat dat een geruststelling voor je zijn en hou op met dit gepieker. Bespreek het met je vrouw of iemand anders die je vertrouwt, want je bent echt aan het doordraaien.”

Douglas Murray: 'Neem afstand van Baudet'
GeenStijl heeft met Douglas Murray gebeld. Hij wil geen uitspraken doen over details die besproken zijn in de beslotenheid van een private conversatie, maar verklaart wel dat hij zo geschokt en ontzet was door wat Baudet heeft gezegd, dat hij zijn vriendschap met hem direct verbroken heeft en absoluut niets meer met hem te maken wil hebben.

Op een conservatieve conferentie in Rome, begin dit jaar, vertelde hij aan de organisatie en aanwezige journalisten dat hij niet gekomen zou zijn als hij geweten had dat Baudet ook present was. Achter de schermen waarschuwde hij sinds dat ontspoorde diner vrienden en kennissen binnen en buiten de partij om op hun hoede te blijven: het gaat niet goed met Baudet, en dat ze afstand van hem zouden moeten nemen.

Nu we toch in Engeland zitten: ook Roger Scruton, de in januari overleden conservatieve denker die door Baudet als een vriend mentor beschouwd wordt, had voor zijn dood al afstand genomen van Baudet. Niet alleen heeft hij verklaard dat Baudet ‘zijn ideeën verkeerd uitlegt’, maar ook dat hij zijn betogen “altijd te ver doorvoert.” Daarnaast bevestigt een bron aan GeenStijl het rondzingende gerucht dat Scruton in een private conversatie verklaard heeft dat Baudet “zich gevaarlijk ontwikkelt” en dat hij “uiteindelijk veel mensen in zijn val mee zal sleuren.”

In het meest recente boek van Baudet, over de oprichting en ontwikkeling van Forum, prijkt nog wel een foto waarop Thierry met Roger Scruton en Theodore Dalrymple poseert. Henk Otten lijkt vakkundig uit de partijgeschiedenis te zijn uitgegumd. Baudet schreef een gloedvolle In Memoriam over Scruton, die zelf dus beduidend minder épris was over zijn voormalige pupil.

Paul Cliteur is over dit alles in juli van dit jaar ook benaderd door Machteld Zee, eveneens een oud-promovenda, tegen wie hij verbazing over Baudets uitspraken veinsde. Dit was nieuwe informatie, zo stelde Cliteur in het gesprek. Dat was een leugen: Zee was reeds op de hoogte van de mails en gesprekken tussen Cliteur en de eerste melder. Zee voegt toe na dit gesprek met Cliteur een ‘weekend van rouw’ te hebben ingelast, vanwege dit verraad van het vertrouwen door haar promotor en haar gevoel dat het gesprek met hem over Baudets uitspraken geen enkele indruk op hem maakte.

Diezelfde Cliteur heeft volgens een andere oud-promovendus tijdens een college wel eens gezegd dat Holocaustontkenning onder vrijheid van meningsuiting valt. Nadat enkele studenten daar tegen in gingen, verklaarde hij dat hij persoonlijk zou ingrijpen als iemand het ook daadwerkelijk met enig gewicht zou gaan praktiseren. Allan: “Zo is Cliteur. Die is soms zo liberaal dat het bijna nihilistisch wordt.” Maar daadwerkelijk ingrijpen toen hem werd verteld welke opvattingen Baudet deelt met (voormalige) vrienden en kennissen net buiten de Forumkring, dat deed Cliteur dus niet.

“Vind je dan niet dat Mark Rutte dit land aan het vernietigen is?”
Na de electorale overwinning in 2019 begon Baudet steeds vaker tegen complotdenkers aan te leunen. Van eind vorig jaar stammen de eerste serieuze verhalen over hoe extreem-conservatieve, op internet vigerende theorieën steeds opzichtiger in zijn eigen gedachtengang begonnen te sluipen. Zijn retoriek begon ook te verschuiven. Tijdens een toevallige ontmoeting op een vrijdagavond in een café in Amsterdam, vlak voor het partijcongres in Barneveld van 30 november 2019, vroeg ik Baudet waarom hij Robert Jensen als spreker op zijn congres had uitgenodigd. “Je begrijpt toch zelf ook wel dat je daarmee alleen complotdenkers bedient?”, vroeg ik hem. Zijn reactie was dat Paul Cliteur ook als spreker gepland stond, wat natuurlijk een ‘uiterst redelijke en rationele denker’ is. 

Toen ik daarop antwoordde dat het programmeren van redelijke en rationele sprekers nog geen reden is om ook totale idioten op het podium te zetten, veranderde hij volledig van onderwerp: “Vind je dan niet dat Mark Rutte dit land aan het vernietigen is?”, vroeg hij. Ooit zou ik om die vraag gelachen hebben, maar nu proefde het, mede vanwege een vreemde glimlach die meer ongeduld dan amusement verried en vooral door de keus voor het woord ‘vernietigen’, als een absurde stelling. “Nee”, zei ik, “Ik denk dat Mark Rutte een heleboel fouten maakt, dat hij vaak liegt en dat hij belangrijke ideologische discussies onbehandeld laat, waardoor het etterende wonden dreigen te worden. Maar ik denk niet dat er in dit land ooit een premier gekozen is die zichzelf tot doel gesteld heeft om Nederland te vernietigen.”

Baudet nam nog een slok bier uit zijn halfvolle flesje 0.0, keek me met ongeduldige ogen heel even meewarig aan en zei toen met opgewekte stemverheffing en een hand op mijn schouder: “Ik moet gaan, het was ontzettend leuk om je weer even gesproken te hebben. Tot snel!” En weg was-ie.

Jensen zei overigens geen hele rare dingen op het partijcongres. Baudet zelf wel, in ons Coronacafé van 10 april 2020, waarin hij nogmaals benadrukte dat bepaalde partijen uit zijn op de vernietiging van Nederland.

De fatale wanhoopsdaad van Henk Otten
Sinds zijn enorme verkiezingswinst en de groeiende persoonsverheerlijking is Thierry Baudet een stuk zelfverzekerder geworden in zijn reactionaire gedrag en in zijn uitingen. Dat leidde vorig jaar zomer tot de wanhoopsdaad van Henk Otten: NRC Handelsblad bellen om de kat de bel aan te binden over de radicalisering van Baudet en anderen binnen de partij - en daarmee uiteindelijk zelf aan het kortste eind trekken. 

Tegen NRC zei Otten dat de partij te veel naar rechts trekt en filosofische exercities belangrijker lijkt te vinden dan politiek beleid of het uitvoeren van het programma. Ook vond Otten dat Baudet “hun mensen” in de steek liet, en “nodeloos in de wind zet” met zijn gedrag. “Het is misschien leuk om een gewaagde uitspraak te doen, maar we zijn nu een grote partij. Hij gaat over zijn eigen woorden, maar woorden hebben consequenties. Je hebt verantwoordelijkheid voor andere mensen. Het is de vraag of je een politieke partij moet gebruiken als vehikel voor academische debatten die je zelf leuk vindt. Ik vind van niet.”

Otten, die in andere sociale kringen verkeert dan de getuigen die wij spraken, trok hiermee vanuit zijn eigen perceptie aan dezelfde bel als de mensen die in dit artikel hun verhaal doen. Hij werd verketterd door Baudet, gehaat door de leden en is met het stigma van kasgraaier en zetelrover op zijn eigen weg gezonden. Alle hoop om de radicalisering binnen de partij nog te kunnen stuiten verdampte daarmee, maar dat werd aan het oog onttrokken door de zeer publieke ruzie die de voormalige strijdmakkers met elkaar uitvochten. Een beetje zoals de implosie van Forum in de huidige chaos ook afleidt van de aanleiding.

Baudet deed in die zomer van 2019 een “onderzoek” naar Otten en liet dat via Paul Frentrop aan GeenStijl lekken, in de kennelijke veronderstelling dat wij hem zouden steunen. Het “onderzoek”, dat bestond uit een document dat door Thierry zelf (of in ieder geval op Thierry’s laptop) is geschreven en dat op geen enkele wijze legitiem, onafhankelijk of zelfs maar feitelijk onderbouwd was. Dat hebben we toen na eigen beoordeling ook zo opgeschreven, waarbij we ons tegelijkertijd verbaasden over het amateurisme maar vooral de toenemende geslotenheid van de partijtop.

Al deze vertellingen, feiten en anekdotes vormen nu tezamen een zwartbruine rand rond de partijkaders van Forum voor Democratie. Binnen dat kader, naar de buitenwereld verkocht als een stijlvorm (ironie!) of open debat (vrijheid van meningsuiting!), is de JFvD ontstaan, gegroeid en eveneens ontspoord. De beweging bracht talloze jonge, enthousiaste en maatschappelijk betrokken junior-politici voort, maar waar ironie ophield en ernst begon, ontstond ook een grijze gedoogzone voor een (heimelijk) bruinrechts gedachtengoed. Het gebied waar de Erkenbrand-anekdotes uit voortkomen, de NVU-leden op bijeenkomsten verschenen en waar de naam van Freek Jansen, vriend en vertrouweling van Thierry Baudet, steevast bij wordt genoemd.

Herhaaldelijk ontstond ophef over de uitingen van sommige JFvD'ers. Verhalen over ontspoorde debatten en discussies tijdens bijeenkomsten en kampen kwamen boven. Sommige leden vertrokken, teleurgesteld. Anderen luidden de klok - en werden zelf geïntimideerd of geroyeerd. Sommige verhalen kwamen naar buiten, waarna de partij een onderzoek aankondigde en dan bleef het alsnog stil. Niet de ontspoorde leden, maar juist de klokkenluiders waren dan achteraf wel verdwenen. Opgestapt, of gewoon geroyeerd.

Intern bleef de onvrede groeien, evenals de kritiek. Maar ook de vrees: Baudet had zeker sinds het vertrek van Otten een stevige greep op de partij en het bestuur en hij omringde zich met de meest loyale jonge 'gelovigen' van de JFvD, door een voormalige insider aangeduid als zijn "para's" - paratroepen. Freek Jansen bekleedt een functie in de fractie, evenals diens eigen adjudanten, zoals Andreas Bakir. Ook Ruben Hermse, feitelijk in verband te brengen met nazistische uitingen, werd als fractiemedewerker naar het Binnenhof gehaald. Dat laatste is naar verluidt voor Theo Hiddema, die onder verkeerde voorwendselen getekend heeft voor de positie van Hermse, de druppel geweest om uit de Kamer te vertrekken.

"Ik vond mezelf FANTASTISCH"
Bij steeds meer leden en niet-leden groeiden de zorgen, evenals de vrees. Verhalen over treiterijen en intimidatie kwamen bovendrijven. Baudet begon steeds meer onderscheid te maken tussen medestanders en tegenstanders, en vertoonde daarin paranoïde gedrag. Met Annabel Nanninga had hij bijvoorbeeld nauwelijks nog contact: ze werd als een bedreiging beschouwd. Na het optreden in onze eigen kelder, op 10 april van dit jaar, verbrak hij ook alle contact met ons: we hadden ons ondanks zijn hardop uitgesproken wens niet aan hem en zijn strijd onderworpen - we verklaarden onze onafhankelijkheid en lachten hem zelfs een beetje uit. In de nacht na de eerste uitzending van wat we het Coronacafé noemden, prees hij zijn eigen optreden: "Ik heb net alles terug gezien en ik vond mezelf FANTASTISCH", schreef hij dezelfde nacht nog in een appgroep waar GS inzage in had. Luide bijval van de groepsgenoten was zijn deel.

De volgende morgen bleek dat niet iedereen Baudet zo fantastisch vond. De coalitievorming in Brabant dreigde te klappen omdat hij tijdens zijn dramatische optreden de partijen van beoogde coalitiegenoten als "vijanden" betiteld had, die "Nederland willen vernietigen". Er verscheen op een gegeven moment zelfs een krantenkop in het Eindhovens Dagblad met het citaat van een geïrriteerde VVD-gedeputeerde: “Ik vind het niet interessant wat Baudet in een kelder bij GeenStijl zegt.” Waarvan akte.

Een ex-lid van FvD daarentegen, Sonny Spek, stuurde de ochtend na het Coronacafe een diep zuchtend opiniestuk naar GS, dat we plaatsten omdat het treffende kritiek was. Wij moesten ook iets met dat idiote optreden van een partijleider die beschonken en te laat binnen kwam, en vervolgens ook nog onze onderwerping eiste. Het allerlaatste bericht dat ik zelf van Baudet ontving, die zaterdagmiddag, luidde: "Dat je nadat ik dit voor je doe, deze kut-uitzending, me nog even voor de bus gooit met een ingezonden stuk: een rotstreek. Echt, ik begrijp niets van je." Zowel GeenStijl als ikzelf werden overal ontvolgd. Korte tijd later noemde hij ons “kartelstutters”.

Baudet begon zijn eigen Journaals, gevuld en omgeven door ja-knikkers, en zijn associatie met complotdenkers en aanverwanten (waaronder Robert Jensen, Willem Engel en enkele weinig intellectuele influencers) werd onmiskenbaar. Gesommeerde partijgenoten deden tegen heug en meug mee aan een programma dat reguliere media overbodig moest maken om de achterban te bereiken, maar dat vooral heel duidelijk maakte dat het juist heel goed is voor Baudet om af en toe onderbroken te worden door een vraag of een tegenwerping: als je hem ongehinderd zijn gang laat gaan, ontsporen zijn monologen regelmatig in onjuistheden en niet-feitelijke nonsens.

In één van zijn Journaals probeert hij zelfs uit te leggen dat het niet erg is om 'fascist' genoemd te worden, omdat die term een frame is van de Bolsjewieken uit het begin van de jaren 20. Is het dommigheid, polemisch plaagwerk, of toch een manier om het ondenkbare salonfähig te maken?

In de afgelopen weken zagen we geruchten en anekdotes steeds sneller en steeds vaker in feiten veranderen, met bronnen en bewijzen, en leerden we hoe sterk een angstcultuur verankerd was geraakt in het FvD: bronnen zijn voorzichtig, bevreesd, of botweg bang. Verhalen zongen echter steeds luider en in steeds bredere kring rond, waaronder ook de Holocaust-“bevragingen” en de antisemitische citaten, gelardeerd in anti-Joods complotdenken.

Enkele jonge ex-FvD'ers overlegden hun onderbouwingen, in beeld en geluid, en daarna begon alles te ontrafelen. De onvrede over de gang van zaken in de partij en vooral tussen 'grote mensen' en 'jongerenafdeling' leidde dit weekend tot het moment waarop één tweet van Nanninga voldoende was om talloze FvD’ers ertoe te bewegen op sociale media openlijk hun kritiek op interne zaken te uiten. In het kielzog daarvan kwamen alle anekdotes over het antisemitisme in de partijtop ook (weer) boven drijven, als de onvermijdelijke dambreuk die volgt als je een bassin van bruine drab vult achter een veel te dunne damwand.

De meltdown van Baudet, die nog steeds Freek Jansen maar niet los wil laten (zou het echt diens onvoorwaardelijke loyaliteit zijn?) en in ongecoördineerde waanzin uiteen begon te vallen, zorgde er voor dat diverse bronnen en getuigen nu alsnog naar voren stappen om licht te werpen op de duistere kern van de zaak. Niet als verraders die willen natrappen, maar vooral als teleurgestelde toeschouwers die wat een beloftevolle beweging leek tot een Griekse tragedie zagen verworden.

Het lag nooit aan een enkel dinertje met een Amerikaanse "mede-revolutionair", aan een paar extremisten op een partijbijeenkomst of aan "ironische" discussies van onwetende pubers in (J)FvD-appgroepen. Dat zijn allemaal slechts symptomen, bijwerkingen van een onbehandelde ziekte in de partijtop, waar anti-Joodse complotten, etno-nationalistisch gedachtengoed en narcistische megalomanie een bruine tumor vormden waar een volstrekt redelijk rechts-liberaal partijprogramma aan ten onder is gegaan. En daarmee meer dan een miljoen kiezers opnieuw in rouw achterblijven, in de steek gelaten bij het politieke massagraf dat we in bidprentjes als het gedachtengoed van Pim Fortuyn omschrijven.

Inmiddels is de chaos compleet en zijn er geen woorden meer om de gekte te beschrijven, met Baudet die zich in het oog van de storm gedraagt als de geestelijk leider van een sektarische beweging die ten dode opgeschreven lijkt, worstelend met een renaissance van een tijd die nooit bestaan heeft. En in alle ontgoocheling kan hij het niet meer mooier maken dan het is. Baudet is als politicus opgegeten door zijn eigen beweging.

Persoonlijke noot: hier iets meer context over mijn eigen gedachtenontwikkeling.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.